Terug naar overzicht

De val van Jericho

Jozua 6:5

En het zal gebeuren, als men de langgerekte toon op de ramshoorn blaast, als u het bazuingeschal hoort, dat heel het volk een luid gejuich zal aanheffen. Dan zal de stadsmuur instorten en het volk moet eroverheen klimmen, ieder recht voor zich uit.
Het volk juichte, toen zij op de bazuinen bliezen. En het gebeurde, zodra het volk het bazuingeschal hoorde, dat het volk een luid gejuich aanhief. En de muur stortte in en het volk klom de stad in, ieder recht voor zich uit, en zij namen de stad in.

Volledige bijbeltekst

​Jozua 5 vers 13 tot en met Jozua 6 vers 5.
13 ‘Het gebeurde, toen Jozua bij Jericho was, dat hij zijn ogen opsloeg en zag, en zie,
er stond een Man voor hem met een getrokken zwaard in Zijn hand. Jozua ging naar Hem toe en zei tegen Hem: Hoort U bij ons of bij onze tegenstanders?
14 Hij zei: Nee, maar Ik ben de Bevelhebber van het leger van de HEERE. Nu ben Ik gekomen. Toen wierp Jozua zich met het gezicht ter aarde, boog zich neer en zei tegen Hem: Wat wil mijn Heere tot Zijn dienaar spreken?
15 Toen zei de Bevelhebber van het leger van de HEERE tegen Jozua: Doe uw schoenen van uw voeten, want de plaats waarop u staat, is heilig. En Jozua deed dat.’

1 ‘Jericho was volkomen gesloten vanwege de Israëlieten: er ging niemand uit en er ging niemand in.
2 Toen zei de HEERE tegen Jozua: Zie, Ik heb Jericho met zijn koning en zijn strijdbare helden in uw hand gegeven.
3 U, alle strijdbare mannen, moet rondom de stad gaan, de stad één keer rondtrekken. Zo moet u zes dagen doen.
4 Zeven priesters moeten voor de ark uit zeven ramsbazuinen dragen. En u moet op de zevende dag zeven keer rondom de stad gaan, en de priesters moeten op de bazuinen blazen.
5 En het zal gebeuren, als men de langgerekte toon op de ramshoorn blaast, als u het bazuingeschal hoort, dat heel het volk een luid gejuich zal aanheffen. Dan zal de stadsmuur instorten en het volk moet eroverheen klimmen, ieder recht voor zich uit.’

Uitleg bij dit schilderij

In opdracht van God was Jozua door Mozes aangesteld als de nieuwe aanvoerder van de Israëlieten (Numeri 27). Onder leiding van Jozua trok het volk de rivier de Jordaan over, het beloofde land binnen. God hield op wonderlijke wijze het water van de Jordaan tegen, zodat het volk droogvoets de rivierbedding kon oversteken.
Nu staat het volk voor Jericho, een stad in de palmrijke Jordaanvlakte. De dubbel ommuurde stad moet worden ingenomen als het volk via de nabijgelegen bergpas het land verder in wil kunnen trekken. Dan verschijnt aan Jozua de Engel -/ Bevelhebber van de HEERE. Hij geeft Jozua instructie. Deze Bevelhebber voert de strijd. In geloof en vertrouwen op de HEERE moet het volk Zijn instructies opvolgen, zeven dagen lang. Geloof en geduld worden op de proef gesteld. De Ark van het verbond moet worden meegedragen, als teken dat de HEERE in hun midden is. Op de zevende dag storten de muren in, doden de Israëlieten de inwoners van Jericho behalve Rachab en haar familie, en verbranden ze de stad (Jozua 6). Rachab had de verkenners van de Israëlieten verborgen, daarom wordt haar leven gespaard (Jozua 2 vers 14 en Hebreeën 11 vers 31).
Jericho besloeg destijds een oppervlakte van ongeveer 350x600 meter. De muren waren ongeveer 2 meter dik. Het ongeveer 5 meter hoge onderste deel van zo’n muur bestond uit natuursteen, waarop een muur van baksteen was geplaatst. De buitenste muur was in totaal ongeveer 12 meter hoog. Tussen de muren was een oplopend plateau, waarop ook een aantal huizen stond. Waarschijnlijk ook Rachabs huis. De binnenste muur was op dezelfde wijze gebouwd als de buitenste en was ongeveer 15 meter hoog, gemeten vanaf de plaats buiten de muren. Archeologische opgravingen tonen dat aan de noordzijde een deel van de ommuring is blijven staan. Waarschijnlijk heeft daar Rachabs huis gestaan. Rachab wordt genoemd in het geslachtsregister van Jezus Christus (Mattheüs 1 vers 5).
Jozua is een voorafbeelding of type van Jezus. Beide namen hebben dezelfde betekenis: ‘Jahweh redt’. Het beloofde land kon onder Jozua’s leiding alleen door het geloof en vertrouwen in God worden binnengegaan. De ongelovige vaderen hadden de dood gevonden in de woestijn. Zo kan het Koninkrijk van God alleen worden binnengegaan door het geloof in Jezus Christus, die Zijn volk in de ware rust brengt. Hebreeën 4 vers 6 tot en met 9: ‘Omdat dus het feit blijft dat sommigen deze rust binnengaan, en dat zij aan wie het Evangelie eerst verkondigd was, niet binnengegaan zijn vanwege hun ongehoorzaamheid, bepaalt Hij opnieuw een zekere dag, namelijk heden, wanneer Hij zo lange tijd daarna door David zegt (zoals al eerder gezegd is): Heden, als u Zijn stem hoort, verhard dan uw hart niet. Want als Jozua hen al in de rust gebracht had, zou God daarna niet gesproken hebben over een andere dag. Er blijft dus nog een sabbatsrust over voor het volk van God.’ In Mattheüs 11 vers 28 zegt Jezus: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven.’
Jozua vertegenwoordigde de genade, zoals Mozes de wet vertegenwoordigde. Jezus opende het tijdperk van de genade, dat volgt op de heerschappij van de wet. Zie ook Johannes 1 vers 17, Romeinen 8 vers 3 en 4, Hebreeën 7 vers 18 en 19, en Galaten 3 vers 23 tot en met 25.

Stel een vraag over dit schilderij

{{ errors.first("field_10") }}
{{ errors.first("field_11") }}
{{ errors.first("field_12") }}
{{ errors.first("privacy") }}
Download gratis de afbeelding