Terug naar overzicht

De kamerheer uit Ethiopië

Handelingen 8:39

hij vervolgde zijn weg met blijdschap

Volledige bijbeltekst

Handelingen 8 vers 26 tot en met 40.
26 ‘En een engel van de Heere sprak tot Filippus en zei: Sta op en ga naar het zuiden, de weg op die van Jeruzalem afdaalt naar Gaza, die eenzaam is.
27 En hij stond op en ging op weg; en zie, een Ethiopiër, een kamerheer en een machtig heer van de kandakè, de koningin van de Ethiopiërs, die heel haar schatkist beheerde
en gekomen was om in Jeruzalem te aanbidden,
28 keerde terug, en hij zat op zijn wagen en las de profeet Jesaja.
29 En de Geest zei tegen Filippus: Ga ernaartoe en voeg u bij deze wagen.
30 En Filippus snelde ernaartoe, hoorde hem de profeet Jesaja lezen en zei: Begrijpt u ook wat u leest?
31 Maar hij zei: Hoe zou ik dat kunnen, als niemand mij de weg wijst? En hij verzocht Filippus op de wagen te klimmen en bij hem te komen zitten.
32 En het schriftgedeelte dat hij las, was dit: Hij is als een schaap naar de slachting geleid en zoals een lam stemmeloos is bij de scheerder, zo doet Hij Zijn mond niet open.
33 In Zijn vernedering is Zijn oordeel weggenomen en wie zal over Zijn geslacht vertellen? Want Zijn leven wordt van de aarde weggenomen.
34 En de kamerheer antwoordde Filippus en zei: Ik vraag u, over wie zegt de profeet dit? Over zichzelf of over iemand anders?
35 En Filippus deed zijn mond open en, uitgaande van dat Schriftwoord,
verkondigde hij hem Jezus.
36 En terwijl zij onderweg waren, kwamen zij bij een water. En de kamerheer zei: Kijk, daar is water; wat verhindert mij gedoopt te worden?
37 En Filippus zei: Als u met heel uw hart gelooft, is het geoorloofd. En hij antwoordde en zei: Ik geloof dat Jezus Christus de Zoon van God is.
38 En hij liet de wagen stilhouden, en zij daalden beiden af in het water, zowel Filippus als de kamerheer, en hij doopte hem.
39 En toen zij uit het water opgekomen waren, nam de Geest van de Heere Filippus weg; en de kamerheer zag hem niet meer, want hij vervolgde zijn weg met blijdschap.
40 Maar Filippus werd aangetroffen in Asdod; en terwijl hij het land doorging, verkondigde hij het Evangelie in alle steden, totdat hij in Caesarea kwam’.

Uitleg bij dit schilderij

Filippus, een diaken in de gemeente van Christus, verkondigt het Evangelie in Samaria en veel mensen komen tot geloof in Jezus Christus (Handelingen 8 vers 1 tot 8). Nu wordt Filippus door een engel van de Heere naar de ‘eenzame’ of woeste weg richting Gaza gestuurd. De stad Gaza was verwoest in het jaar 96 voor Christus. Mogelijk was deze weg daardoor verlaten. Filippus voegt zich bij de wagen van een kamerheer uit het toenmalige Ethiopië of Cusj (het huidige Nubië of Noord-Soedan). De kamerheer is een functionaris die vergelijkbaar is met een minister van financiën. Deze kamerheer, een ontmande (iemand die niet in staat is tot voortplanting. Jesaja 56 vers 3 tot en met 5), was een proseliet: iemand van niet-Joodse herkomst die zich bij het Jodendom had aangesloten. Zie Jesaja 60 vers 3.
In Jeruzalem had hij een boekrol gekocht met daarin de profetie van Jesaja. Nu keert hij terug naar Ethiopië. Hij leest Jesaja 53 vers 7 hardop, maar hij begrijpt niet wat hij leest. Gods Woord, de Bijbel, is het genademiddel waardoor mensen tot het geloof in Jezus Christus worden gebracht (Romeinen 10 vers 17). Bij het lezen ervan is echter verlichting door de Heilige Geest noodzakelijk om de betekenis te verstaan.
Filippus, geleid door de Heilige Geest, legt uit dat in de tekst uit Jesaja het plaatsvervangende lijden van de Messias Jezus wordt beschreven. Hij leed en stierf als schuldoffer voor de zonden en overtredingen van de mensheid. Blijkbaar vertelt Filippus erbij dat de kamerheer verzoening met God kan verkrijgen door in deze beloofde Messias te geloven en zich te laten dopen. De kamerheer gelooft met zijn hele hart, en zodra hij langs de weg water ziet, wil hij zich graag laten dopen. Nadat hij gedoopt is in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest vervolgt de kamerheer zijn weg met blijdschap!
Deze geschiedenis laat zien dat het Evangelie na de uitstorting van de Heilige Geest (Handelingen 2) ook buiten de grenzen van het land Israël wordt gebracht. Zie Mattheüs 28 vers 19.
Psalm 68 vers 32: ‘Vorstelijke gezanten zullen uit Egypte komen, Cusj zal zich haasten zijn handen naar God uit te strekken.’
Psalm 87 vers 3 en 4: ‘Zeer heerlijke dingen worden over u gesproken, stad van God! Ik noem Rahab en Babel onder wie Mij kennen; zie, de Filistijn en de Tyriër, met de Cusjiet: die zijn daar geboren.’
Zefanja 3 vers 10: ’Van over de rivieren van Cusj zullen zij die vurig tot Mij bidden, het volk, overal door Mij verspreid, Mijn offer brengen’
Romeinen 10 vers 9 tot en met 11: ‘Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. Want de Schrift zegt: Ieder die in Hem gelooft, zal niet beschaamd worden.’
Openbaring 7 vers 9 en 10: ‘Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in hun hand. En zij riepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam!’

Stel een vraag over dit schilderij

{{ errors.first("field_10") }}
{{ errors.first("field_11") }}
{{ errors.first("field_12") }}
{{ errors.first("privacy") }}
Download gratis de afbeelding