Terug naar overzicht

Simson in de tempel van Dagon

Richteren 16:29-30

29 En Simson greep de twee middelste pilaren, waarop het huis gevestigd was en waarop dat steunde: de ene met zijn rechterhand en de andere met zijn linkerhand.
30 Vervolgens zei Simson: Moge mijn ziel sterven mét de Filistijnen! Hij boog zich met kracht en het huis viel op de stadsvorsten en op al het volk dat daarin was. En de doden die hij in zijn sterven heeft gedood, waren talrijker dan die hij in zijn leven gedood had.

Volledige bijbeltekst

Richteren 16 vers 21 tot en met 31
21 ’Toen grepen de Filistijnen hem en staken hem de ogen uit. En zij voerden hem af naar Gaza en bonden hem met twee bronzen kettingen. En hij maalde meel in de gevangenis.
22 Maar het haar van zijn hoofd begon weer te groeien, zoals toen hij geschoren werd.
23 En de Filistijnse stadsvorsten verzamelden zich om een groot offer te brengen aan hun god Dagon en om vrolijk te zijn. En zij zeiden: Onze god heeft onze vijand Simson in onze hand gegeven.
24 En toen het volk hem zag, prezen zij hun god, want zij zeiden: Onze god heeft onze vijand in onze hand gegeven: de man die ons land verwoest heeft, en die onze gesneuvelden talrijk heeft gemaakt.
25 En het gebeurde, toen hun hart vrolijk was, dat zij zeiden: Roep Simson en laat hem ons vermaken. En zij riepen Simson uit de gevangenis en hij vermaakte hen. En zij lieten hem tussen de pilaren staan.
26 Toen zei Simson tegen de jongen die hem bij de hand hield: Laat mij gaan en laat mij de pilaren betasten, waarop het huis gevestigd is, zodat ik daartegen kan leunen.
27 Nu was het huis vol mannen en vrouwen. Ook waren alle Filistijnse stadsvorsten daar. En op het dak waren ongeveer drieduizend mannen en vrouwen, die toekeken terwijl Simson hen vermaakte.
28 Toen riep Simson tot de HEERE en zei: Heere, HEERE! Denk toch aan mij en maak mij toch alleen nog deze keer sterk, o God, zodat ik me met één slag op de Filistijnen kan wreken voor mijn twee ogen.
29 En Simson greep de twee middelste pilaren, waarop het huis gevestigd was en waarop dat steunde: de ene met zijn rechterhand en de andere met zijn linkerhand.
30 Vervolgens zei Simson: Moge mijn ziel sterven mét de Filistijnen! Hij boog zich met kracht en het huis viel op de stadsvorsten en op al het volk dat daarin was. En de doden die hij in zijn sterven heeft gedood, waren talrijker dan die hij in zijn leven gedood had.
31 Toen kwamen zijn broeders en heel zijn familie en zij namen hem op, voerden hem mee en begroeven hem tussen Zora en Esthaol, in het graf van zijn vader Manoach. En hij had twintig jaar als richter leiding gegeven aan Israël.’

Uitleg bij dit schilderij

Simson is zijn kracht kwijt en is gevangengenomen door de Filistijnen. De Filistijnen eren voor dat feit hun god Dagon in zijn tempel, maar uiteindelijk zullen zij samen met Dagon het onderspit delven. Dagon is de god die eruitziet als half mens en half vis. Door Simson begon de HEERE Israël van de Filistijnen te verlossen (Richteren 13 vers 5).
Simsons laatste strijd met de Filistijnen vindt plaats in Dagons tempel. Als hij sterft onder de instortende tempel sterven vele Filistijnen met hem. Pas onder leiding van koning David wordt Israël totaal verlost van de Filistijnen.
Vanwege de zonde van Simson heeft de Heilige Geest hem verlaten. Maar ondanks het feit dat Simson zich vaak door zijn eigen verlangens liet leiden, laat de HEERE Zijn volk niet aan hun lot over. Daarin blijkt Gods genade. Als Simson tot de HEERE roept, maakt Hij hem nog eenmaal sterk. Door zijn dood bewerkt Simson verlossing voor Israël. Dat herinnert aan Jezus, de grote Zoon van David, die plaatsvervangend stierf voor de zonde en zo door Zijn dood voor volkomen verlossing zorgde:
Markus 10 vers 45: Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen.
Hebreeën 2 vers 14: Omdat nu die kinderen van vlees en bloed zijn, heeft Hij (Jezus Christus) eveneens daaraan deel gehad om door de dood hem die de macht over de dood had – dat is de duivel – teniet te doen.

Het leven van Simson geeft een geschiedenis van Israël in beknopte vorm:
- Al voor zijn geboorte openbaarde God aan zijn ouders dat Simson een gewijd persoon was die bevrijding zou brengen. Zo had God ook aan Abraham geopenbaard dat uit hem een volk zou voortkomen dat heilig zou zijn en de grote Bevrijder/ Messias zou voortbrengen.
- Simson zondigde steeds opnieuw. Ook Israël was telkens weer ongehoorzaam en verviel tot zonde en afgodendienst.
- Steeds als Simson was geboeid, bracht God bevrijding. Zo werd Israël ook steeds bevrijd als het werd verdrukt door vijanden, en de HEERE aanriep.
- Toen de maat van Simsons zonden vol was, leverde God hem over in de handen van zijn vijanden. Zo hebben ook Israëls zonden geleid tot het onvermijdelijke oordeel: de ballingschap.
- Aan het eind van zijn leven keerde Simson zich weer tot God. God verhoorde hem en gebruikte Simson om van Hem te getuigen. Zo zal ook Israël zich eens bekeren, en gebruikt worden door God om Hem te verheerlijken.

Enkele parallellen met het leven van Jezus:
- Simsons geboorte werd aangekondigd door een engel, evenals bij Jezus. Dit schiep hooggespannen verwachtingen. Jezus voldeed aan de hoge verwachting, Simsons gedrag stelde vaak teleur.
- Simson was nazireeër (een aan God gewijde), maar schond het nazireeërschap meerdere malen. Jezus was de volkomen nazireeër, die altijd volkomen toegewijd aan God leefde.
- Simson betekent: ‘als de zon’. Christus is de ‘Zon der Gerechtigheid.’
- Simson doodde een leeuw. Jezus overwon de Satan, die ‘rondgaat als een brullende leeuw’.
- Simson streed alleen, zonder hulp van volksgenoten. Ook Jezus heeft de verlossing alleen tot stand
gebracht.
- Simson was voorwerp van spot en vermaak van zijn vijanden, evenals Jezus.
- Simson stierf met zijn vijanden, Jezus stierf echter voor Zijn vijanden, uit liefde.

Stel een vraag over dit schilderij

{{ errors.first("field_10") }}
{{ errors.first("field_11") }}
{{ errors.first("field_12") }}
{{ errors.first("privacy") }}
Download gratis de afbeelding