Terug naar overzicht

Vluchten naar de vrijstad

Deze content is alleen beschikbaar nadat u cookies heeft geaccepteerd.

Jozua 20:1-3

1 Verder sprak de HEERE tot Jozua:
​2 Spreek tot de Israëlieten en zeg: Wijs voor uzelf de vrijsteden aan waarover Ik door de dienst van Mozes met u gesproken heb,
3 zodat iemand die een doodslag heeft begaan, die iemand zonder opzet, niet met voorbedachten rade, om het leven heeft gebracht, daarheen kan vluchten, opdat ze voor u tot een toevlucht zijn tegen de bloedwreker.

Volledige bijbeltekst

Jozua 20
1Verder sprak de HEERE tot Jozua:
2Spreek tot de Israëlieten en zeg: Wijs voor uzelf de vrijsteden aan Ex. 21:13; Num. 35:6; Deut. 19:1,2waarover Ik door de dienst van Mozes20:2 de dienst van Mozes - Letterlijk: de hand van Mozes. met u gesproken heb,
3zodat iemand die een doodslag heeft begaan, die iemand zonder opzet, niet met voorbedachten rade, om het leven heeft gebracht, daarheen kan vluchten, opdat ze voor u tot een toevlucht zijn tegen de bloedwreker.
4Num. 35:22,23; Deut. 19:4,5Als hij naar een van die steden vlucht, moet hij bij de ingang van de stadspoort gaan staan en zijn woorden spreken ten aanhoren van de oudsten van die stad. Vervolgens moeten zij hem bij zich in de stad opnemen en hem een plaats geven, zodat hij bij hen kan wonen.
5En als de bloedwreker hem achtervolgt, mogen zij hem die de doodslag begaan heeft, niet in zijn hand overleveren, omdat hij zijn naaste niet met voorbedachten rade doodgeslagen heeft, en hem tevoren20:5 tevoren - Letterlijk: van gisteren en eergisteren. niet haatte.
6Dan moet hij in die stad blijven wonen, totdat hij terecht zal staan voor de gemeenschap, totdat de hogepriester die er in die dagen zijn zal, sterft. Daarna mag hij die de doodslag begaan heeft, terugkeren en weer naar zijn stad gaan, en naar zijn huis, naar de stad waaruit hij gevlucht was.
7Toen zonderden zij af: Kedes in Galilea, in het bergland van Naftali; Sichem, in het bergland van Efraïm; en Kirjath-Arba, dat is Hebron, in het bergland van Juda.
8En aan de overzijde van de Jordaan, ten oosten van Jericho, bestemden zij tot vrijsteden: Deut. 4:43Bezer, in de woestijn, op de hoogvlakte, van de stam Ruben; Ramoth in Gilead, van de stam Gad; en Golan in Basan, van de stam Manasse.
9Dit zijn de steden die aangewezen zijn voor al de Israëlieten en voor de vreemdeling die te midden van hen verblijft, zodat iedereen die zonder opzet iemand om het leven brengt, daarheen kan vluchten, zodat hij niet door de hand van de bloedwreker hoeft te sterven, totdat hij voor de gemeenschap terechtgestaan heeft.

Uitleg bij dit schilderij

Deze content is alleen beschikbaar nadat u cookies heeft geaccepteerd.
De Israëlieten zijn het beloofde land Kanaän binnengetrokken en komen tot rust na de strijd. De stammen vestigen zich in het stuk land dat zij toegewezen krijgen. Het erfdeel van de stam van Levi is niet een stuk land, maar God Zelf; het priesterschap voor Hem. De Levieten krijgen in totaal wel 48 steden toegewezen, waarvan 6 vrijsteden. Deze vrijsteden zijn gelijkmatig verdeeld over het land zodat ze voor eenieder binnen korte tijd bereikbaar zijn.
In Exodus 21, tijdens de uittocht uit Egypte, wordt al bepaald dat als iemand zonder opzet zijn naaste heeft gedood, hij/zij naar het altaar (bij de tabernakel) mag vluchten om daar veilig te zijn voor de bloedwreker. Het altaar is de plek waar het doodvonnis over schuldige zondaars wordt voltrokken aan plaatsvervangende offeranden.
Na de intocht in Kanaän wordt deze vrijplaats uitgebreid met de 6 vrijsteden, zodat er in totaal 7 ‘asielplaatsen’ zijn voor mensen die – zonder opzet – schuldig zijn aan iemands dood.
De vrijstad is een type of voorafbeelding van Christus, tot Wie elke zondaar mag vluchten. Christus is de Toevlucht waarheen elke zondaar, schuldig aan zowel onopzettelijke als opzettelijke zonden, mag vluchten, met berouw en bekering.
Elke gelovige in Christus is ‘in Hem’. Romeinen 6. Filippenzen 3 vers 9.
Elke vrijstad ligt, goed zichtbaar, op een berg. Jezus noemt Zijn volgelingen – de christelijke gemeente – ook ‘een stad op een berg’; het licht van de wereld.
In deze stad is, net als in de Levitische vrijsteden, kennis van Gods wil; Goddelijk licht.
Deze ‘stad’ is de zetel van Gods regering, Zijn Koningschap, en het is een afspiegeling van het hemelse Jeruzalem.
Christus heeft door Zijn bloed te offeren de toegang tot het hemelse heiligdom ontsloten voor wie in Hem gelooft.

De namen van de 6 vrijsteden hebben rijke betekenissen. Ze verwijzen naar Christus:
‘Kedes betekent ‘heilig’, en onze toevlucht is de heilige Jezus. Sichem, ‘een schouder’, en de heerschappij is op Zijn schouder. Hebron, ‘gemeenschap’, en de gelovigen zijn geroepen tot gemeenschap met Christus Jezus, onze Heere. Bezer, ‘een sterkte’, want Hij is een sterkte voor allen die op Hem bouwen. Ramoth, ‘hoog of verhoogd’, want God heeft Hem verhoogd aan Zijn rechterhand. Golan, ‘blijdschap, of gejuich’, want in Hem zijn al de heiligen gerechtvaardigd, en in Hem zullen zij roemen.’ (Matthew Henry: Exposition of the Old and New Testaments.)

Stel een vraag over dit schilderij

{{ errors.first("field_10") }}
{{ errors.first("field_11") }}
{{ errors.first("field_12") }}
{{ errors.first("privacy") }}
Download gratis de afbeelding