Terug naar overzicht

David de herder

1 Samuel 16:11

Toen zei Samuel tegen Isaï: Zijn dit al de jongens? En hij zei: De jongste is nog achtergebleven; zie,
hij weidt de schapen. Samuel zei tegen Isaï: Stuur een bode en laat hem halen, want wij zullen niet rond de tafel gaan zitten, totdat hij hier gekomen is.

Volledige bijbeltekst

1 Samuel 17 vers 33 tot en met 37:
33 'Maar Saul zei tegen David: Je bent niet in staat naar deze Filistijn te gaan om met hem te vechten, want jij bent een jongen en hij is een strijdbare man van zijn jeugd af.
34 Toen zei David tegen Saul: Uw dienaar weidde de schapen van zijn vader, en kwam er een leeuw of een beer die een schaap van de kudde wegnam,
35 dan ging ik hem achterna, sloeg hem neer en redde het uit zijn bek. En als hij mij dan aanviel, greep ik hem bij zijn baard, sloeg hem neer en doodde hem.
36 Uw dienaar heeft zowel leeuw als beer verslagen. Zó zal deze onbesneden Filistijn zijn als een van hen, omdat hij de gelederen van de levende God gehoond heeft.
37 Verder zei David: De HEERE, Die mij uit de klauwen van de leeuw gered heeft en uit de klauwen van de beer, Die zal mij redden uit de hand van deze Filistijn. Toen zei Saul tegen David: Ga heen, de HEERE zij met je!’

2 Samuel 7 vers 8:
‘Nu dan, dit moet u tegen Mijn dienaar zeggen, tegen David: Zo zegt de HEERE van de legermachten:
Ik heb u van de schaapskooi vandaan gehaald, van achter het kleinvee, om een leider over Mijn volk te zijn, over Israël’.

Psalm 23 vers 4
‘Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.’

Ezechiël 34 vers 23 tot en met 25
23 ‘Ik zal over hen één Herder doen opstaan en Die zal ze weiden: Mijn Knecht David. Híj zal ze weiden en Híj zal een Herder voor ze zijn.
24 En Ik, de HEERE, zal een God voor ze zijn, en Mijn Knecht David zal
Vorst zijn in hun midden. Ík, de HEERE, heb gesproken.
25 Ik zal een verbond van vrede met ze sluiten en de wilde dieren uit het land wegdoen. Ze zullen onbezorgd wonen in de woestijn en slapen in de wouden’.

Johannes 10 vers 11
‘Ik ben de goede Herder; de goede herder geeft zijn leven voor de schapen’.

Uitleg bij dit schilderij

Evenals Mozes is David een tijdlang herder, als voorbereiding op het leiderschap over het volk Israël. De manier waarop David het herderschap invult, wordt duidelijk uit wat hij erover aan Saul vertelt in 1 Samuel 17 vers 33 tot en met 37: hij riskeert zijn leven voor zijn schapen en verslaat met Gods hulp leeuw en beer. Zo is hij een voorafbeelding van Jezus, de Goede Herder, die Zijn leven geeft voor Zijn schapen (Johannes 10 vers 11).
David speelt op de harp (kinnor) en zingt daarbij (1 Samuel 16 vers 18). In het boek Psalmen zijn 72 psalmen opgenomen die hij heeft geschreven. Een toepasselijk voorbeeld is Psalm 23, een psalm met als thema: ‘De HEERE is mijn Herder’. Het vertrouwen op de Herder is niet naïef of gemakkelijk. Het gaat om het persoonlijk kennen en volgen van de HEERE, ook in concreet doodsgevaar.
Meerdere psalmen vertolken de dank voor bevrijding uit gevaren, lijden en benauwdheid. In Psalm 22 vers 22 bidt David: ‘Verlos mij uit de muil van de leeuw’. Psalm 22 is tegelijkertijd een messiaanse psalm, waarin het lijden van Christus wordt geprofeteerd.
De profeet Ezechiël kondigt aan dat er een Herder uit de lijn van David zal opstaan om het volk te weiden (Ezechiël 34 vers 23). De metafoor van God als Herder van het individu, en die van David als herder van het volk komen samen in Jezus, die zowel God als mens is (Johannes 10 vers 14). Hij, Christus, is de Goede Herder, die de zielen van de gelovigen behoedt (1 Petrus 2 vers 25).

1 Petrus 5 vers 8: ‘Wees nuchter en waakzaam; want uw tegenpartij, de duivel, gaat rond als een brullende leeuw, op zoek naar wie hij zou kunnen verslinden’.
Hebreeën 13 vers 20 en 21: ‘De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen’.

Stel een vraag over dit schilderij

{{ errors.first("field_10") }}
{{ errors.first("field_11") }}
{{ errors.first("field_12") }}
{{ errors.first("privacy") }}
Download gratis de afbeelding